Kamermuziek in de Opera
10 oktober 2019, 12u30
Opera, Antwerpen, Foyer

Joseph Callaerts (1830-1901)
Trio (la mineur) pour piano, violon et violoncello, opus 16

Joseph Ryelandt (1870-1965)
Trio pour piano, violon et violoncello, op. 57

Joseph Ryelandt (1870-1965)
Canon en trio, op. 70

August De Boeck (1865-1937)
Sonate pour violon et piano

Andraste Piano Trio Maximilian Lohse, viool
(concertmeester Opera Vlaanderen)
Jadranka Gasparovic, cello
(aanvoerder cello's Opera Vlaanderen)
Geert Callaert, piano

Praktische informatie

Organisatie: Opera Ballet Vlaanderen i.s.m. Studiecentrum voor Vlaamse Muziek
Tickets: € 15 (-26 jaar: € 10; vrienden: € 12)

Het kwartet van Charles Mertens - Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen © www.lukasweb.be - Art in Flanders vzw, foto Hugo Maertens















De Vlaamse romantiek leverde lang niet alleen (strijd)liederen, historische opera’s of grootschalige koorwerken en uitbundige openluchtcantates op, maar ook heel wat intimistische kamermuziek. Veel van die werken wachten in bibliotheken en archieven op herontdekking.
Een van die talrijke onbekende partituren is het Trio (la mineur) pour piano, violon et violoncelle (1882) van Joseph Callaerts (1830-1901). Callaerts was vooral bekend als organist van de Antwerpse Kathedraal en componeerde veel orgelmuziek, maar is ook de auteur van een bij momenten Schubertiaans pianotrio. Het werk werd bekroond door de Koninklijke Academie van België en vond een Parijse uitgever, maar raakte later in de vergetelheid.
August De Boeck (1865-1937) werd in de beginjaren van zijn carrière stevig ondersteund door de Vlaamse Opera die tussen 1901 en 1909 vier van zijn opera’s creëerde. Zijn even solide als subtiele Vioolsonate dateert van diezelfde periode en werd in 1907 voor het eerst uitgevoerd.
Ook Bruggeling Joseph Ryelandt (1870-1965) had een connectie met de Antwerpse Opera die in 1902 de wereldpremière van zijn opera Caecilia bracht. Ryelandt liet een omvangrijk, gevarieerd en kwaliteitsvol oeuvre na, waarin kamermuziek een bijzondere plaats inneemt. Hij componeerde onder meer zeven vioolsonates, drie cellosonates, vier strijkkwartetten, twee pianokwintetten en twee pianotrio’s. Het Trio op. 57 (1913-1915) en de Canon en trio op. 70 (1918) schreef Ryelandt terwijl enkele kilometers verder aan de IJzer de kanonnen bulderden en vele tienduizenden soldaten sneuvelden. Het is die oorlogswerken niet aan te horen. Ze wortelen diep in de traditie, maar zijn eigentijds gekleurd met Frans-impressionistische toetsen.